Categoriearchief: Voorjaar 2018
Familiesesshin
Zengroependag op 17 juni 2018
Voorpagina voorjaar 2018
Wat mindfulness niet is
Onlangs is bij uitgeverij Lannoo het boekje Wat mindfulness niet is verschenen van Edel Maex (tekst) en Ardan Timmer (illustraties). In 24 korte stukjes en bijbehorende cartoons wordt uitgelegd wat mindfulness allemaal niet is, gevolgd door één stukje over wat het wel is. ZenLeven mocht één stukje met illustratie overnemen.
Mindfulness is niet: ‘hier en nu’
Door Edel Maex en Ardan Timmer
‘Als ik verdrietig ben of zorgen heb, is het zo moeilijk om in het hier en nu te blijven’. Dit is wellicht het hardnekkigste misverstand over mindfulness. Het belangrijke woord in de zin ‘hier en nu leven’ is ‘leven’. ‘Leven’ is het werkwoord, ‘hier en nu’ is het bijwoord. Het ‘hier en nu’ is de enige plek waar je met de beste wil van de wereld niet uit raakt. De belangrijke vraag is niet of je hier en nu bent, maar hoe.
Er is maar één ogenblik en één plek waar je verdriet kunt hebben of je zorgen kunt maken en dat is hier en nu. De vraag is: hoe ga je met zorgen, met verdriet om? In mindfulness is dat niet door te vluchten in een mythisch ‘hier en nu’, maar door aanwezig te blijven, met een milde open aandacht.
De woorden ‘hier en nu’ voegen eigenlijk heel weinig informatie toe. Ze fungeren eerder als een uitroepteken. Ze verwijzen naar de onmiddellijkheid van de ervaring. Nu!
Meer weten? Ga naar de boekwinkel of kijk op
www.lannoo.be/nl/wat-mindfulness-niet
Het zenleven van Rudy Koetsier
In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Rudy Koetsier, 46 jaar, uit Zwolle. Hij werkt in de ICT en mediteert sinds 2000.
Het zenleven van Rudy Koetsier
Wat bracht je ertoe om zen te gaan beoefenen?
Ik had lang geleden, aan het eind van mijn tienerjaren, wel eens iets gelezen over zen. Het sprak me aan, al vind ik het moeilijk om te zeggen waar ik precies door geraakt werd. Toen ik net was terugverhuisd naar Zwolle, zag ik een aankondiging van een lezing over zen in het wijkcentrum van mijn nieuwe buurt. Dat vond ik een prima gelegenheid om dat wijkcentrum eens van binnen te zien én iets meer over zen te horen. Die lezing werd gehouden door Ben Oosterman en het was eigenlijk een vrij kort verhaal, maar met de uitnodiging om eens op een dinsdagavond naar zijn meditatie-avond te komen. Dat heb ik dus gedaan.
Waar en bij wie mediteer je?
Ik heb dus altijd in de meditatiegroep in Zwolle gezeten, door alle wisselingen heen. Die werd eerst geleid door Ben Oosterman, en toen die overleed is de groep een tijdje geleid door Ans van Gurp met nog twee anderen, en de laatste vijf jaar door Myoshin Zeitler en Myoko Sint. Toen ik eraan begon had ik met mezelf afgesproken dat ik het tot de zomervakantie zou doen, maar aan het eind van de zomervakantie bleek ik het echt te missen en keek ik ernaar uit dat het weer zou beginnen. Dat is denk ik de reden dat je het volhoudt, dat je merkt dat je het mist als je het niet doet. Al is het moeilijk uit te leggen wat ik dan mis. Het is in elk geval fijn om in een groep te mediteren; het kan ook in je eentje maar in een groep is echt fijner.
Wie (of wat) beschouw je als je leraren?
Er zijn wel mensen die ik als voorbeeld beschouw, en één daarvan is zeker mijn vader. Dat is een man die heel rustig en evenwichtig is, alles van alle kanten bekijkt. Een ander voorbeeld? Dat vind ik moeilijk, hoor. Ik zoek het niet in andere mensen en heb dus ook eigenlijk geen leraren nodig.
Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?
Dat vind ik ook een moeilijke vraag. Compassie vind ik een mooi begrip; dat zou ik ook zeker willen ontwikkelen.
Hoe ziet jouw zenleven eruit? Hoe werkt je zen-beoefening door in je dagelijks leven?
Die meditatie-avond is voor mij altijd een moment waarop ik tot rust kan komen. Ook brengt het me ertoe om wat meer van een afstand naar mijn reacties te kijken en die soms bij te sturen. Bijvoorbeeld als ik in de file sta. Dan kan ik even kwaad worden op al die andere mensen die me in de weg staan, maar dan zie ik meteen hoe onzinnig dat is: zij staan óók in de file, net als ik. En dan verdwijnt die kwaadheid en kan ik verder rustig in mijn auto zitten tot ik weer verder kan.
Bijen op de Noorder Poort
Bijen op de Noorder Poort
Cees de Wit, vrijwilliger
Zomer 2017 werd op de Noorder Poort geopperd dat het wel aardig en passend voor een Zen-centrum zou zijn als er bijenvolken op het terrein zouden staan. Ook voor de bestuiving van de fruitbomen zou dat een goede zaak zijn. Ik was eerst wat aarzelend om daar op in te gaan. Ik had een paar jaar eerder mijn volken verkocht. Maar ondertussen was ik ook al weer gevraagd om praktijkbegeleider te worden voor een cursus beginnend imker. Daar kreeg ik het zo druk mee, dat ik overwoog zelf ook maar weer een volkje aan te schaffen.
We hebben toen met elkaar overlegd. De kring landschapstuin stelde dat er maximaal drie volken mochten komen, dit om concurrentie met wilde bijen te voorkomen.
Er werd overeengekomen dat ik de bijenvolken en kasten zou leveren en verzorgen, en dat de Stichting Vrienden van de Noorder Poort benaderd zou worden om een financiële bijdrage te leveren voor de bouw van een bijenstal. De honing die dat mogelijk oplevert gaan we delen. Het geld kwam er en we konden beginnen met bouwen. Tijdens de daily life sesshin en de werkweek werd de stal bijna voltooid, en het eerste bijenvolk er in gezet. Toen was het wachten op mooi weer, zodat het volk een broednest kon aanmaken en zich kon uitbreiden.
Nu in mei zijn er ongeveer zestigduizend werksters, een paar honderd darren en één koningin. De koningin legt ongeveer tweeduizend eitjes per dag, wat overeenkomt met haar eigen lichaamsgewicht. Dit kan ze wel drie seizoenen volhouden.Voor een pot honing van 450 g. moeten de werksters wel dertigduizend vluchten maken. Het bijenleven speelt zich af op en in raten van was. Aan weerskanten van een middenwand bouwen ze, zonder meetgereedschap, aaneengesloten, zeskantige cellen die precies 5,3 mm in doornee zijn. Rondom elke cel bevinden zich zes andere cellen, en via de bodem is er contact met nog drie cellen. In totaal grenzen dus steeds negen cellen aan elkaar. Dit geeft een sterke constructie en een optimale ruimteverdeling. Hoewel een raat weinig weegt kan een vol broedkamerraam wel 2,5 kg honing bevatten. Het zijn getallen waar je stil van wordt. Als mensen mij vragen of ik ook honing maak zeg ik: nee, dat doen de bijen, ik maak er maar een potje van.

Cees, Bertha en Trudy
Ondertussen zijn er op de Noorder Poort nog een paar mensen enthousiast geworden: office manager Trudy Prins en Bertha Doorten, buurvrouw van de Noorder Poort. Elke keer als ik wat aan de bijen moet doen haal ik hen er bij. De bedoeling is dat ze op den duur zelfstandig met bijen om kunnen gaan.
Nogmaals dank aan de Vriendenstichting voor hun financiële bijdrage, en kom eens langs op een dinsdag, als ik daar als vrijwilliger aanwezig ben.
Bericht van het bestuur van de vriendenstichting

vlnr Modana Rouw, Mieke Clement, Gerda van Gelder, Ria Duiven, Martine des Tombe en Cocky Brouwer
Van het bestuur van de Vriendenstichting
Modana Rouw
Het leuke artikel over de bijen van Cees de Wit zegt genoeg over de gift die we onlangs deden. Niet alleen is het leuk erover te lezen, de zichtbaarheid op het terrein doet ons ook veel plezier. Dank aan Cees, en ook aan Trudy Prins en Bertha Doorten die gaan helpen met de verzorging van de bijen: iets bestendigen en verzorgen is minstens even belangrijk als eraan beginnen. Wij hebben er het volste vertrouwen in.
Wat valt er verder aan nieuws te melden?
Nettie Groeneveld en Mieke Clement hebben aangegeven te willen stoppen met hun bestuurstaken voor de Vriendenstichting en we zijn op zoek gegaan naar nieuwe mensen. Die hebben we gevonden! Meteen maar drie tegelijk zelfs.
Het Bestuur is uitgebreid met drie nieuwe leden: De voorzittershamer werd op 8 april overhandigd aan Martine des Tombes. Gerda van Gelder gaat het secretariaat doen en Cocky Brouwer heeft aangegeven het liefst projectmatig te werken.
We staan in de startblokken, klaar om te beginnen. Het wachten is op een aanvraag van de Noorder Poort. Want voor wie dat nog niet weet, of ter herinnering: de Vriendenstichting komt pas in actie als de Noorder Poort om steun vraagt. Twee projecten uit het verleden springen dan in het oog: in 2008 “De Noorder Poort onder dak” en in 2015 “Loop, er is geen weg”, de aanleg van de “kinhin (meditatie)paden”.
Maar we geven ook kleinere bedragen waarvoor we geen ‘inzamelingsactie’ op touw hoeven te zetten omdat we daarvoor voldoende in kas hebben.
Dankzij die jaarlijkse en losse giften hebben we op dit moment wel voldoende middelen om een Vriendenbank aan te schaffen. Wie de Noorder Poort dit jaar bezoekt kan daar zeker op neerstrijken. We houden u op de hoogte, want hij staat er nog niet. Wij verheugen ons erop.
Met dank aan Mieke en Nettie voor hun inzet in de afgelopen jaren, en natuurlijk met dank aan alle donateurs!
Alles gaat voorbij
Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.

Foto Michael Gaida
Alles gaat voorbij
Er zijn dingen die je weet maar waar je nooit bij stilstaat. Dichters kunnen je helpen om de waarheid weer eens goed te beseffen. Zo zal het je bekend zijn dat alles wat er nu is voorbijgaat en dat van alles wat er ooit geweest is nog slechts enkele resten over zijn. De Japanse dichter Bashō (1644-1694) maakte lange reizen, te voet, af en toe een stuk te paard, over Honshū. In het Noorden kwam hij bij een plaats die Hiraizumi heette. Hij wist dat daar in vroeger tijden een groot paleis had gestaan van de roemruchte Fujiwara-clan. Aan het einde van de twaalfde eeuw hadden daar heldhaftige gevechten plaatsgevonden tussen de Fujiwara en de Minamoto. Toen Bashō hier aankwam was er van alle vroegere glorie en heldendom niets over. Hij schreef de volgende, beroemd geworden haiku:
natsukusa ya tsuwamonodomo ga yume no ato
Gras in de zomer –
van de dromen der krijgers
rest alleen dit nog.
Bashō [1]
(Tussen haakjes: het woordje ‘ya’ dat je in de Japanse tekst boven ziet staan is een voorbeeld van een zogenaamd snijwoord (kireji), dat in dit geval het gedicht als het ware in twee stukjes verdeelt. Vertaler Kerlen heeft hiervoor een liggend streepje gebruikt.) Om het besef van het voorbijgaan der dingen op te roepen hoef je echter niet per se de geschiedenis te memoreren, zoals Bashō deed. De veel later levende dichter Shiki (1867-1902) deed het o.a. zo:
kaerimireba yuki-aishi hito kasumi keri
Maar toen ik omzag
was de man die langs mij ging
in mist verdwenen.
Shiki [2]
Toen de man gepasseerd was duurde het even voordat nieuwsgierigheid was opgewekt: wat was het voor iemand? Had ik hem moeten groeten? Te laat – het ogenblik is voorbij. (Het woordje ‘keri’ aan het eind van de Japanse tekst is weer een snijwoord. In dit geval zal het wel zoiets betekenen als hé, of ach!, of oeps!. De vertaler heeft het maar onvertaald gelaten.)

Basho te paard (Sugiyama Sanpu, 1688)
Vlooienmarkt –
de motregen ritselt
op oude foto’s.
Adri van den Berg [3]
Iemand heeft ooit foto’s gemaakt, de foto’s zijn bewaard, ze zijn af en toe bekeken, ze hebben herinneringen opgeroepen aan iets dat de moeite waard werd gevonden. Maar wie ze maakte en wie ze bewaarde heeft ze weggedaan, of is misschien overleden, en nu zijn ze op de vlooienmarkt terecht gekomen. Zou iemand ze nog willen hebben? Ze liggen in de motregen, kennelijk vindt de aanbieder het niet nodig ze af te schermen. De motregen ritselt. De motregen heeft niks met foto’s, maar maakt haar eigen zachte geluid en tikt zo de tijd voorbij.
Op Nieuwjaarsmorgen
natte resten van vuurwerk
op het kerkepad.
E. Hey-de Herder [3]
Oud en Nieuw is natuurlijk het symbool bij uitstek van het voortgaan van de tijd. Mensen gaan naar de kerk om zich nog even te bezinnen op wat goed was en mag blijven en wat niet zo fraai was en beter uitgepoetst kan worden. Men heeft het oude jaar, het verleden, willen wegknallen en het nieuwe met felle kleuren willen verwelkomen – maar ook dat is voorbij. Natte resten die niet kunnen ploffen. Dat stemt mij wat melancholiek. Daar ligt de rommel, en hoe nu verder?
[1]Bashō, Geluid van water. Haiku. Vertaald uit het Japans door H. Kerlen. Kairos, Soest 1989
[2]Haiku. Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhofff, Amsterdam 1973
[3]Haiku. Een kleine regenboog. Bloemlezing van Nederlandse en Vlaamse haiku, samengesteld door W.J. van der Molen, Gaby Bleijenbergh en Bob Verstraete. Kairos, Soest 1993